Goudvelden

Goudvelden

Op 4 september 1890 vertrok mijn bet-overgrootvader Alexander naar de goudvelden van Zuid-Afrika. Zijn bedoeling was om daar een nieuw leven op te bouwen en, als hij daarin geslaagd was, om zijn familie over te halen naar Zuid-Afrika. Van dat laatste zou het nooit komen. Hij schreef tientallen brieven die bewaard zijn gebleven en lezen als het verslag van een gelukszoeker die het geluk nooit vond. Fascinerende lectuur. Ooit ga ik naar Zuid-Afrika om in zijn voetsporen de plekken te bezoeken waar hij is geweest.

Alexander Zierleyn als jonge man

Zijn reis begon per schip, vanuit Vlissingen. In de eerste brief van 4 september, een korte gehaaste brief, schrijft hij dat hij vertrekt met een stoomboot, de Pembroke Castle. Mijn tante Karin heeft eind jaren tachtig onderzoek gedaan naar dat schip. Dat was een andere tijd. Internet bestond nog niet. Mijn tante heeft uiteindelijk via een Brits antiquariaat een hele slechte kopie van een foto van het schip weten te bemachtigen plus enkele details over het schip.

Pembroke Castle Steamer

Nu is dat anders. Lang leve het internet. In enkele seconden heb je een foto of prent van het schip gevonden. Een machtig stoomschip, met een reusachtig anker, een grote schoorsteen en vier masten om te zeilen,

Op haar eerste reis in 1883 voeren er twee aangeziene gasten mee op de maiden voyage van de Pembroke Castle; William Ewart Gladstone en Alfred, Lord Tennyson.

Prime Minister Gladstone in his cabin

De eerste was de Britse Prime Minister en de tweede Poet Laureate of Great Britain and Ireland, de Dichter des Vaderlands van die tijd. Twee vrienden die zin hadden in een reisje. De tocht ging naar Schotland en de Orkney eilanden. Twee plekken die ik jaren geleden ook heb bezocht. Vooral de Orkney eilanden hebben toen mijn hart gestolen. Geweldig, wat een geschiedenis. Vooral de resten van de prehistorische dorpen, de graven en de stenen cirkels hebben toen grote indruk op mij gemaakt. Naast de overweldigende natuur en het grillige weer.

Alfred, Lord Tennyson in his cabin

Ik las er oude Noorse verhalen, mythen en sagen over wat er 1000 jaar daarvoor allemaal was gebeurd op die plek. En over de Eerste Wereldoorlog en de vele scheepswrakken die er rond de eilanden liggen. Maar nu weet ik ook dat Gladstone en Tennyson in Kirkwal waren. Op het schip waar mijn bet-overgrootvader precies zeven jaar later mee naar Zuid-Afrika zou varen.

De tocht op de Pembroke Castle beviel Gladstone en Tennyson zo goed dat ze besloten om verder te varen. Waar naartoe? Kom op kerel, we gaan naar Noorwegen! Ik neem aan dat ze geïnspireerd waren door de verhalen die ze op de Orkney eilanden hoorden. En daarna gingen ze door naar Denemarken. Voor een feestje. Een koninklijk feestje.

Banket aan boord van de Pembroke Castle

Ondenkbaar nu dat Boris Johnson zomaar even een bootreis maakt naar de Orkney eilanden en dan besluit om er nog een trip van een paar weken aan vast te knopen om even naar Noorwegen en de Deense koningin te gaan voor een feestje.

Toen Queen Victoria hoorde dat zij zonder haar te vragen naar het buitenland waren gevaren voor een feestje, was ze not amused. Ik neem aan dat zij ook wel mee had gewild. Want in Kopenhagen wachtten niet alleen de koning en koningin van Denemarken, nee, toevallig waren er net ook de koning en koning van Griekenland en de Russische Tsaar op visite. Dat leidde tot een koninklijk banket in de salon van de Pembroke Castle, terwijl ze in de haven van Kopenhagen lag. In dezelfde salon waar ik mij voorstel dat zeven jaar later mijn bet-overgrootvader een soepje heeft gegeten. Er werd uitgebreid geschreven in Nederlandse kranten over de tocht van Gladstone en Tennyson. Een greep uit het krantenarchief van de KB.

Rotterdamsch Nieuwsblad 21-09-1883
De Pembroke Castle was schitterend met vlaggen versierd en de heer en mevrouw Gladstone, hun zoon, sir Donald Currie en de dichter Tennyson, die den premier op zijn tocht vergezelt, hebben de hooge gasten op een waardige wijze ontvangen. Allen waren in behalve de keizer van Rusland, die de Russische admiraalsuniform droeg. Aan het einde van het déjeuner hield de heer Gladstone een korte redevoering, waarin hij wees op de banden, die tusschen do koninklijke familien van Engeland, Rusland en Denemarken bestaan en dronk op den koning van Denemarken en den Czaar. Deze toost werd door den koning van Denemarken beantwoord, door op den heer en mevrouw Gladstone te drinken.'

Na afloop droeg de heer Tennyson, op verzoek der gasten, eenige, zijner gedichten voor en na het schip in oogenschouw genomen te hebben, vertrok de koninklijke en keizerlijke familie weder per jacht Danebroge naar Fredensborg. Onmiddellijk daarna heeft de Pembroke Castle het anker gelicht en heeft weder naar Engeland koers gezet, waar zij heden avond of morgen verwacht wordt.

Hoe kwam mijn bet-overgrootvader ertoe om met de Pembroke Castle naar Zuid-Afrika te gaan? Wat ik weet is dat zijn eerste vrouw een paar jaar daarvoor was overleden. Alexander was hertrouwd, maar het huwelijk was niet erg gelukkig. Trok hij het niet meer thuis? Zou kunnen. Wat we ook weten is dat Alexander niet erg veel geluk had met zijn werk. Het was tijd voor wat nieuws. Tijd voor een nieuw begin. En toen las hij in de krant een advertentie. Ik zocht in het krantenarchief van de KB op Pembroke Castle en dat leverde een lange reeks hits in kranten uit de jaren ’80 en ’90.

Advertentie Leeuwarder Courant 20 september 1889

Als je de zoektocht beperkt tot augustus 1890 tot en met 4 september krijg je zes advertenties in de Leeuwarder Courant, Het Nieuws van den Dag: kleine courant, Algemeen Handelsblad, De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad, Het Vaderland en Dagblad Zuid-Holland en 's-Gravenhage. Allemaal gedateerd op 26 augustus 1890. Ik ga ervan uit dat mijn bet-overgrootvader een van deze vier kranten heeft gelezen. Welke is niet meer te achterhalen. Ik kies er de mooiste uit. Die in de Leeuwarder Courant. Een advertentie in wel zes verschillende lettertypes. VLISSINGEN - ZUID-AFRIKA. Wat mijn aandacht meteen trok was de derde regel die in een prachtig Wild-West lettertype is geschreven.

Eenige directe route van HOLLAND naar TRANSVAAL en de GOUDVELDEN.

VLISSINGEN 4 Sept. a.s., Stoomschip „PEMBROKE CASTLE”, 3878 ton.

Een stoomschip dat je direct naar de GOUDVELDEN brengt. Wat wil een mens nog meer? Ik zie Alexander de krant lezen en denken, verrek, ja, dat is wat ik wil. Ik laat vrouw en kinderen achter en ik ga naar de goudvelden in Zuid-Afrika en dan word ik rijk, zwemmend door het goud van de goudvelden. Het woord goudvelden is prachtig. Iedereen die het leest krijgt meteen visioenen van velden die glimmen van goud. Schitterend fel. Je hebt een sterke zonnebril nodig. Zo'n bril als de poolreizigers droegen. Om niet sneeuwblind te worden. Goudblindheid in dit geval. De meest luxueuze vorm van blindheid.

Dat de goudkoorts in Zuid-Afrika in 1890 al enkele jaren aan de gang was en dat je als laatkomer extreem weinig kans maakte om nog veel te vinden, dat zal hij misschien ook wel geweten hebben. Maar wie niet waagt, die niet wint. Je weet het nooit. Mijn bet-overgrootvader las deze advertenties, ging naar Arnhem, naar Haentjens & Müller, het dichtstbijzijnde adres om zijn overtocht te boeken, pakte zijn spullen, kuste zijn vrouw en kinderen vaarwel en spoedde zich naar Vlissingen.

koningin van Griekenland en Tennyson

Nog even terug naar 1883 en het banket aan boord van de Pembroke Castle. Ik ben van mening dat de koningin van Griekenland en Tennyson geen gezellige avond hadden. Kijk maar eens op de afbeelding. Koningin Olga Konstantinova, koningin der Hellenen, dochter van grootvorst Constantijn Nikolajevitsj Romanov, een jongere broer van tsaar Alexander II, had ongetwijfeld veel liever aan de andere tafel gezeten, naast haar oom de Tsaar, in plaats van een oude man die de hele tijd zwijgend z'n eten naar binnen werkte om aan het eind wat gedichten voor te dragen. De kranten schrijven hierover:

Het nieuws van den dag : kleine courant 21-09-1883
Met de bescheidenheid, aan dichters eigen, of ook misschien omdat het hem prozaïsch voorkwam als een gewoon sterveling te toosten, zweeg Tennyson aan den maaltijd. Maar na afloop daarvan las hij wat de berichtgever van Daily News noemt: «eenige uittreksels uit zijne werken.«

Het was een serieuze bedoening daar in die salon. Mocht er soms niet gelachen worden? Of was juist beregezellig, maar was het not done voor een tekenaar om de Tsaar schaterlachend z’n glas verheffend af te beelden? Het zal wel het laatste zijn. Een stijf statieportret tijdens een gezellig diner onder vrienden. In de rest van Europa leidde dit etentje overigens voor nogal wat ophef. Niet alleen de Queen was niet blij, ook in Wenen, Parijs en Berlijn schreef men vol achterdocht over dit treffen. Wat werd er aan boord van de Pembroke Castle allemaal bekonkeld? Welke wereldpolitieke deals werden er gesloten tijdens het toetje? Was het niet merkwaardig dat Gladstone en Tennyson zomaar even naar Denemarken voeren op het moment dat de Tsaar er was? Niet te vertrouwen, zulke toevalligheden. Niets is toevallig in de politiek. De Pembroke Castle's eerste tocht was meteen een wereldpolitieke rel.

Hoe ging het verder met de Pembroke Castle? Zij was eigendom van de Castle Line, later de Union Castle lijn en voer al snel jaren heen en weer tussen Europa en Zuid-Afrika. Later, ten tijde van de Boerenoorlog vervoerde de Pembroke Castle troepen en vrijwilligers naar Zuid-Afrika. Daar zaten vast geen Nederlandse emigranten meer bij. In 1906 werd het schip uiteindelijk verkocht aan Turkije en hernoemd in de Bezmi-Alem. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de Bezmi-Alem in augustus 1915 tot zinken gebracht voor de kust van Turkije door de Russische vloot. Zou Tsaar Nicolaas II gejuicht hebben? Zou hij geweten hebben dat zijn vader Alexander III er ooit een gezellig banket had gehad, luisterend naar de gedichten van Alfred, Lord Tennyson. Waarschijnlijk niet. Het verhaal van de Pembroke Castle begint en eindigt in elk geval met de Russische Tsaar.

En wat mij betreft met Alfred, Lord Tennyson. Ik kan het niet bewijzen, maar ik vermoed dat het dankzij de tocht naar Denemarken was dat Tennyson in maart 1884 eindelijk Lord Tennyson werd. De Queen had hem de titel van Baron al aangeboden in 1865 en 1868. Tennyson had steeds geweigerd. Op Internet valt te lezen dat Tennyson in 1883 eindelijk op aandringen van Gladstone accepteerde en op 11 maart 1884 nam hij zijn plaats in in de House of Lords. Hij werd Baron Tennyson of Aldworth in the County of Sussex and of Freshwater in the Isle of Wight. Zou het niet zo geweest kunnen zijn dat het banket aan boord van de Pembroke Castle hem eindelijk over de streep heeft getrokken? Tennyson wilde eindelijk geen gewone sterveling meer zijn, maar een Lord, die zonder schroom een vla-vlip kon eten met de Russische Tsaar.

Ik sluit af met een gedicht van Tennyson. Gepubliceerd in 1889. Wellicht geschreven aan boord van de Pembroke Castle?

Crossing the Bar

 

Sunset and evening star,
      And one clear call for me!
And may there be no moaning of the bar,
      When I put out to sea,
 
   But such a tide as moving seems asleep,
      Too full for sound and foam,
When that which drew from out the boundless deep
      Turns again home.
 
   Twilight and evening bell,
      And after that the dark!
And may there be no sadness of farewell,
      When I embark;
 
   For tho' from out our bourne of Time and Place
      The flood may bear me far,
I hope to see my Pilot face to face
      When I have crost the bar.